Soa-thuistest vaak onbetrouwbaar

SelftestSteeds meer mensen laten zich bij een gemeentelijke gezondheidsdienst testen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Dit blijkt uit de ‘Thermometer seksuele gezondheid’, die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vandaag, 3 april 2012, publiceerde. In vergelijking met 2010 steeg het aantal consulten met 8 procent tot ruim 113.000 mensen.

Bij ongeveer 14 procent daarvan werden een of meerdere geslachtsziekten als chlamydia, gonorroe, syfilis, hepatitis B of hiv gevonden. Het percentage dat positief testte op een geslachtsziekte steeg daarmee licht ten opzichte van voorgaande jaren.

De cijfers in de thermometer zijn gebaseerd op cijfers, aangeleverd door de soa-poli’s van de ggd’s. Het aantal mensen dat soa-tests bij een huisarts laat doen is niet in de cijfers meegenomen omdat deze nog niet verwerkt konden worden. Ook het aantal mensen dat een thuistest doet is niet bekend.

Slechte thuistest
Die soa-thuistesten komen overigens zelf niet goed uit de test, uitgevoerd door Soa Aids Nederland. Het instituut adviseert om geen thuistests te gebruiken omdat 13 van de 17 onderzochte testen niet voldoen aan de wettelijke eisen. De kwaliteit van de testen is erg laag en daarom wil Soa Aids Nederland dat er beter toezicht op komt en pleit voor een speciaal keurmerk.
Er loopt op dit moment een proefproject van onder meer de GGD Amsterdam en het RIVM met hiv-zelftesten om te onderzoeken of deze testen wel betrouwbaar kunnen werken. De test wordt via internet gekocht en ook de begeleiding is via internet. Doel van het project is om te kijken of zo’n test het aantal mensen kan verminderen die niet weten dat ze hiv hebben.

Soa in cijfers
 

  • Net als in voorgaande jaren was chlamydia de meest gediagnosticeerde aandoening. Het absolute aantal gevallen steeg met 12 procent, tot 12.913.
  • Er is een grotere groei in het aantal soa’s dan in het aantal mensen dat een soa-poli bezoekt. 64 procent van de mensen die afgelopen jaar een soa-poli bezochten gaf aan geen condoom te hebben gebruikt bij het laatste losse seksuele contact.